Print deze werkafspraak

Fibromyalgiesyndroom

Oude classificatiecriteria voor het FMS volgens de ACR commissie

  1. Tenminste 3 maanden bestaande, gegeneraliseerde pijn; gegeneraliseerd betekent pijn zowel links als rechts, boven en onder het middel en axiaal (nek, borst of rug)
  2. Pijn (‘gevoelig’ is onvoldoende) bij palpatie met vingerdruk van ongeveer 4 kg op tenminste 11 van de hierna genoemde (bilaterale) 18 drukpunten:
  • (sub)occipitale inserties van de nekspieren
  • voorzijde intertransversale ruimtes C5-C7
  • midden van bovenrand van m. trapezius
  • juist lateraal van 2e costochondrale overgangen
  • origo m. supraspinatus net boven spina scapula (mediaal)
  • 2 cm distaal van epicondylus lateralis
  • voorste rand in boven/buitenkwadrant m. gluteus medius
  • juist achter trochanter major
  • mediale vetkwab van de knie proximaal van de gewrichtsspleet
    Zowel criterium 1 als 2 dient aanwezig te zijn. Aanwezigheid van een andere, al dan niet reumatische aandoening sluit de diagnose ‘FMS’ niet uit.
    ACR = American College of Rheumatology

Klassieke drukpunten

Fibromyalgia severity (FS) schaal herziende versie

Criteria fibromyalgie:

Een patiënt voldoet aan de fibromyalgie criteria indien er aan de volgende 3 eisen voldaan wordt:

  1. ‘Widespread Pain Index (WPI)’ 7 en de ‘Symptom severity scale (SSS)’ ≥ 5 OF WPI van 4-6 en SSS-score ≥ 9.
  2. Er moet sprake zijn van gegeneraliseerde pijn, gedefinieerd als pijn in minstens 4 van de 5 regionen.
    (De kaak, borst en abdominale pijn zijn niet meegenomen in de gegeneraliseerde pijn definitie.)
  3. De symptomen moeten voor minstens 3 maanden aanwezig zijn.
  4. (De diagnose fibromyalgie is geldig ongeacht andere diagnoses. De diagnose fibromyalgie sluit niet de aanwezigheid van andere ziektebeelden uit.)

 

 

1. Widespread Pain Index (WPI); score 0-19:

Linker bovenregio (regio 1):

Kaak, links

Schouder, links

Bovenarm, links

Onderarm, links

Rechter bovenregio (regio 2):

Kaak, rechts

Schouder, rechts

Bovenarm, rechts

Onderarm, rechts

Linker onderregio (regio 3):

Heup (bil, trochanter), links

Bovenbeen, links

Onderbeen, links

 

 

Linker onderregio (regio 4):

Heup (bil, trochanter), rechts

Bovenbeen, rechts

Onderbeen, rechts

 

Axiale regio (regio 5):

Nek

Hoge rug

Lage rug*

Borstbeen*

Buik*

 

 

*Zijn niet meegenomen in de gegeneraliseerde pijn definitie

 

2. Symptom severity scale (SSS); score 0-12:

  • Vermoeidheid (vaak al bij opstaan)
  • Vermoeid wakker worden
  • Cognitieve symptomen

 

Voor elk van de 3 symptomen hierboven, geef het niveau van ernst aan volgens onderstaande schaal:

  1. Geen problemen
  2. Lichte of milde klachten; over het algemeen mild of intermitterend.
  3. Matige klachten; aanzienlijke problemen, meestal aanwezig en/of op een gematigd niveau.
  4. Ernstige klachten; continue, levensbeperkende klachten.

 

De symptom severity scale (SSS) score: is de som van de bovenstaande drie symptomen (vermoeidheid, vermoeid wakker worden en cognitieve symptomen) (0-9) plus de som (0-3) van de volgende symptomen die de patiënt heeft bemerkt de afgelopen 6 maanden.

  1. Hoofdpijn
  2. Pijn of krampen in de onderbuik
  3. Depressie

 

De fibromyalgia severity (FS) schaal is de som van de WPI en de SSS.

Fibromyalgia severity (FS) scorelijst; herziende versie

Beleid

De huisarts zal vaak als eerste worden geraadpleegd bij klachten, die verband houden met het FMS. Er is over deze aandoening geen NHG-Standaard.

Patiënten met FMS zijn veelal een vasthoudende groep voor de huisarts. Er is soms co-morbiditeit met psychopathologie (depressie, angststoornis, persoonlijkheidsstoornis)

Er is een overlap met het chronisch vermoeidheidssyndroom.

Bij chronische pijn komt in een derde van de gevallen een psychiatrische stoornis voor. Daarom is het belangrijk dat de huisarts oog heeft voor het sociaal functioneren en voor mogelijke psychiatrische problematiek. Als vroegtijdig aandacht aan dit aspect wordt besteed lijkt de prognose beter.

 

De huisarts kan op grond van anamnese, lichamelijk onderzoek (tender points) en door uitsluiten andere pathologie (aanvullend bloedonderzoek) de diagnose FMS stellen (diagnose per exclusionem).

Aanvullend bloedonderzoek behelst: BSE, Hb, Ht, leucocyten, trombocyten, calcium, ferritine, kreatinine, creatinekinase, TSH-diagnose, glucose (niet nuchter), vitamine D.

Bij twijfel aan de diagnose kan de reumatoloog -zo mogelijk éénmalig- geconsulteerd worden. De voorkeur zal dan uitgaan naar terugkoppeling naar de eerstelijn, met een advies en/of behandelplan, waarbij de huisarts hoofdbehandelaar blijft.

 

 

Er is bij fibromyalgie sprake van een stress gerelateerd pijnamplificatie syndroom. Overbelasting factoren evenals de omgang ermee spelen hierbij een rol. Voor behandeling van het FMS worden vooral de mogelijkheden in de eerste lijn benut. Uitleg over het syndroom is belangrijk ter verbetering van het ziekte-inzicht van de patiënt. De huisarts kan bij de voorlichting wijzen op de patiëntenvereniging of Thuisarts.nl.

Therapie/advies:

Verbetering van de balans tussen belasting en belastbaarheid is elementair. Oefentherapie Cesar danwel Mensendieck kan hieraan bijdragen. Ontspanning in allerlei opzichten eveneens. Toepassen van lokale warmte bijv. rode lamp kan hierbij helpen.

Medicamenteuze therapie is in principe aanvullend. Pijnstilling bij voorkeur eerstens via ruime dosering (tot 4000 mg daags) Paracetamol, evt. Tramadol (tot 300 mg daags). Van NSAID's is geen meerwaarde bekend. Bij onvoldoende baat kan ook Pregabaline (2 dd 75 tot 300 mg) worden geprobeerd. Bij selectief verstoorde slaap is Amitriptyline (10 tot 25mg) te overwegen voor de nacht. Bij onvoldoende resultaat van alle maatregelen, bij voorkeur in combinatie toegepast, kan tenslotte multidisciplinaire aanpak via de revalidatie een optie zijn, mits patiënt(e) hiervoor open lijkt te staan. U kunt patiënt(e) daartoe dan rechtstreeks verwijzen.

 

 

Als er door complexe problematiek een chronisch pijnsyndroom ontstaat, waarbij sprake is van blijvende beperkingen of handicaps kan verwijzing naar een revalidatiearts zinvol zijn.

Poliklinische behandeling is mogelijk volgens het behandelprotocol “Chronische pijn” en een fysiek gedragsmatige begeleiding.

Daarnaast is klinische revalidatie mogelijk als poliklinische therapie onvoldoende is (bij systeemfactoren, zeer beperkte belastbaarheid etc.)

Schema diagnostiek

Volledige werkafspraak

Bekijk hier de volledige werkafspraak Fibromyalgiesyndroom