Print deze werkafspraak

Diep Veneuze Trombose (DVT)

Huisarts

Eerstelijns beslisregel (Oudega et al.). Deze regel vervangt in de 1e lijn de Wells score. Met deze diagnostische regel schat de huisarts de kans op trombose in. Het kan de start zijn van een verwijzing in verband met een mogelijk trombosebeen.  
 

Bij een patiënt met verdenking op een DVT hanteert de huisarts de eerstelijns beslisregel DVT (NHG) en bepaalt bij een score ≤ 3 de D-dimeer.
Bij een score > 4 óf bij positieve D-dimeertest en score ≤ 3 volgt de huisarts onderstaand proces. 

Bij een patiënt met verdenking op een trombosebeen kan de huisarts een echo Duplex aanvragen :
-    Maandag t/m donderdag van 8.00 tot 16.30 uur en vrijdag 8.00-14.00 via de radiologie (DECT telefoon 058 286 3535) 
-    Maandag tot donderdag van 16.30 tot 23.00 uur, vrijdag vanaf 14.00 uur tot maandag 8 uur en op feestdagen via de dienstdoend radioloog  (DECT telefoon 058 286 6666)

De echo Duplex is mogelijk tot maximaal 16.30 uur. Indien de patiënt niet voor deze tijd in het ziekenhuis kan zijn, vindt de echo de volgende dag plaats. De huisarts geeft patiënt alvast een gift Fraxodi op basis van lichaamsgewicht. (0,6 cc <70 kg, 0,8 cc > 70 kg) of een DOAC.

Bij twijfel of overleg kan de huisarts 24 uur per dag contact opnemen met de dienstdoende internist 
(DECT telefoon 058 – 286 3838). 

De huisarts spreekt met de patiënt een vervolgbeleid af in geval de echo geen afwijkingen laat zien.
Een oppervlakkige tromboflebitis wordt in principe behandeld in de eerste lijn.
 

 

Radioloog

-    Bij een patiënt met een negatieve echo gaat de patiënt terug naar de huisarts.
-    Herhaling van een negatieve echo na 5-7 dagen is alleen noodzakelijk wanneer er toch een sterke klinische verdenking is op een DVT of bij een twijfelachtige uitslag. Radioloog geeft hierover advies bij de uitslag.
-    Bij een patiënt met een positieve echo met een DVT of kuitvenetrombose licht de radioloog de patiënt in en belt van ma-vrij tussen 8-17 uur met de dienstdoende internist (3838). De internist beoordeelt of patiënt op de poli interne gezien kan worden of verwijst patiënt door naar de SEH. Buiten kantoortijden wordt de dienstdoende SEH-arts (3112) ingelicht.
-    Bij een echo met een oppervlakkige tromboflebitis licht de radioloog de patiënt in en verwijst hem terug naar de huisarts voor behandeling in de eerste lijn. 
 

Behandeling van DVT en kuitvenetrombose (ip in tweede lijn):

Medicamenteus:
-    Eerste keus DOAC (voorkeur binnen MCL voor rivaroxaban en apixaban)
-    Alternatief bij contra-indicaties. LMWH of acencoumarol
-    Patienten met maligniteit: LMWH of DOAC (voorkeur apixaban)
-    Zwangeren: LMWH
Duur:  provoked en kuitvenetrombose  3 maanden. Unprovoked   minimaal 3 maanden. Sterk overwegen langdurig

Niet medicamenteus:
Compressietherapie via dermatoloog of flebologieverpleegkundige.

-    Steunkous heeft drukklasse 3, tenzij patiënt cardiale, long, reumatische problemen heeft of DM, in dat geval drukklasse 2.
-    Afspraak bij internist: na 4-6 weken
-    Na aanmeten van steunkous trombose controle bij dermatoloog + duplex na 1 jaar.
-    Bij klachten van post-trombotisch syndroom: duur steunkous verlengen 
-    (post-trombotisch syndroom: in begin mild: stuwing, oedeem; op de langere duur: hypodermitis en risico op ulcus cruris venosum)
 

Behandeling van oppervlakkige tromboflebitis (i.p. in eerste lijn):

Behandel patiënten met een spontane oppervlakkige tromboflebitis:
-    Bij OVT van tenminste 5 cm 
-    Bij OVT dichtbij de crosse (binnen 3 cm onder liesplooi of onder knieholte)
-    Te overwegen bij: eerder DVT, ernstige symptomen, recente OK en maligniteit
Voorkeur met Fondaparinux 1 dd 2,5 mg s.c. gedurende 45 dagen. 
Als alternatief kan een LMWH worden toegediend in een hoog profylactische dosering gedurende 30-45 dagen, zoals fraxiparine 1dd 5700EH s.c. 
Het gebruik van DOAC’s bij tromboflebitis is off label.
Overweeg daarnaast een compressieve bandage of compressiekous.
Behandeling en follow-up van een oppervlakkige trombflebitis gebeurt in principe in de eerste lijn.

Acties huisarts bij diagnose van DVT

-    De huisarts behandelt de patiënt als geen trombose wordt vastgesteld
-    Als er wel een trombose is, dan is de therapeutische taak van de huisarts beperkt.
-    De huisarts verricht DOAC controles volgens advies brief internisten. De patiënt is geïnstrueerd over de afspraken die er zijn. 
 

Volledige werkafspraak

Bekijk hier de volledige werkafspraak Diep Veneuze Trombose