Print deze werkafspraak

Maagklachten

Beslisboom maagklachten

 

 

 

Absolute indicatie voor verwijzing

  1. hematemesis en melaena: spoedverwijzing naar de maag-darm-leverarts is geïndiceerd.

     telefoonnummer dienstdoende MDL-arts: 058-2861153 (overdag)

  1. aanhoudend braken/passagestoornis, gewichtsverlies, anemie en/of 1e presentatie boven  
         de 50 jaar  zijn een indicatie voor een spoedverwijzing met verkorte toegangstijd via ZorgDomein. Alarmsymptomen komen voor bij ongeveer 10% van de patiënten met maagklachten in de 1e lijn. Van deze 10% heeft 6% een carcinoom.
  2. eerstegraads familielid > 40 jaar of bij een eerstegraads familielid waarbij 5 jaar voor de leeftijd van < 40 jaar de diagnose is gesteld) van een patiënt met familiair maagcarcinoom verwijzen naar de polikliniek.

1e episode maagklachten zonder alarmsymptomen

  • Niet-medicamenteuze therapie: stoppen met roken, vermijden prikkelende voedingsmiddelen en
         dranken, NSAID beleid (profylaxe), zo nodig vermageren en houdingsadvies bij refluxklachten, met name aandacht voor psychosociale aspecten (patiënteninfo op www.thuisarts.nl/maagklachten)
         (angst, depressie en stress spelen vaak een rol in de beleving en de presentatie van de klachten)
     
  • Medicamenteuze therapie: bij een eerste episode van maagklachten heeft bij de meeste patiënten zuurremmende medicatie de voorkeur boven HP diagnostiek en behandeling
    Bij een 1e episode maagklachten kan volgens de NHG-Standaard worden gestart met een   
    antacidum, bij onvoldoende effect een H2 antagonist en bij onvoldoende effect daarvan een  
    protonpompremmer. Men wil op deze wijze onnodig chronisch gebruik van PPI voorkomen. En ook
    het risico op respiratoire en gastro-intestinale infecties en osteoporose verminderen.

In de praktijk zal vaak “hoog worden ingezet” met een PPI. Bij refluxoesofagitis is  een PPI beter.

 

  • Helicobacter pylori diagnostiek  is aangewezen bij patiënten afkomstig uit mediterrane gebieden met hoge Helicobacter pylori prevalentie vóór wordt begonnen met  een PPI. De aanwezigheid van Hp geeft geen klachten, wel het aanwezige ulcus. Eradicatie dient om problemen te voorkomen. Diagnostiek  is geïndiceerd als de behandeling geen effect heeft of als er een recidief optreedt binnen een jaar of bij persisterende klachten (2-3 maanden). Stop eerst 2 weken PPI of 24 uur H2 antagonist. Indien Hp positief dan eradicatie en controle Hp diagnostiek na 6 weken (ook weer eerst  stop 2 weken PPI of 24 uur H2RA)).
     
    Bij Izore wordt de Hp-feces-antigeen test gebruikt.
     
         Eradicatie van Helicobacter Pylori geschiedt met behulp van een zevendaagse trippelkuur met een
         combinatie van een protonpompremmer en 2 antibiotica (meestal claritromycine en amoxicilline).
         (zie FROBAZ).
 

Duodenoscopie

Duodenoscopie: is aangewezen bij patiënten > 50 jaar met persisterende of recidiverende klachten als Helicobacter pylori diagnostiek negatief is (via ZorgDomein, 1e-lijnsdiagnostiek Voorafgaand aan scopie, bij voorkeur  PPI 2 weken tevoren stoppen  om de ernst van de eventuele oesofagitis goed te kunnen beoordelen. Bij extreme angst is sedatie te overwegen, maar dit kan niet bij een 1e-lijns scopie. Reguliere verwijzing is dan nodig.

 

Bij refluxoesofagitis is het zinvol te weten of er een Barrett oesophagus is. Dat is een goede reden om ook bij patiënten < 50 jaar een duodenoscopie aan te vragen.

Een refluxoesofagitis dient te worden behandeld met een PPI.

Chronisch PPI gebruik

Let op bij chronisch PPI gebruik of het gebruik nog geïndiceerd is. Dit i.v.m. het risico op infectie en osteoporose. Veel ouderen gebruiken een PPI bij bepaalde medicatie. Als de medicatie wordt gewijzigd blijft vaak – onnodig - het PPI gebruik.

Bij stoppen met PPI kan een rebound effect optreden. Dit kan worden voorkomen door een H2- antagonist (ranitidine) of een antacidum te geven of PPI afbouwen.

Maagbescherming

Er is indicatie voor maagbescherming bij gebruik van NSAID’s en Ascal bij patiënten > 70 jaar (zie NHG-standaard). De huisarts geeft ook wel maagbescherming bij jongere patiënten met eerder maagproblemen. Overweeg of NSAID nog nodig is.

 

Indicaties voor gastro-duodenoscopie

  • alarmsymptomen
  • persisterende of recidiverende maagklachten zonder alarmsymptomen bij patiënten > 50 jaar
  • ter controle na aangetoond ulcus ventriculi 8 weken na succesvolle eradicatie behandeling van Helicobacter pylori ter uitsluiting van een carcinoom
  • voorkomen van maagcarcinoom bij 1ste graads familielid
  • wens tot zekerheid of geruststelling 

Schema na duodenoscopie

Vaak komt de ernst van de klachten niet overeen met de ernst van de oesofagitis.

 

reflux zonder oesofagitis (niet erosieve refluxziekte): zo nodig zuurremming op geleide van de klachten

 

oesofagitis graad A en B: protonpompremmer  gedurende 8 weken. Bij onvoldoende effect volgt behandeling met een dubbele dosering PPI gedurende 12 weken.  Daarna gebruik on demand.

 

oesofagitis graad C en D: Onderhoudsbehandeling met een protonpompremmer is geïndiceerd. Patiënten met een oesofagitis graad C en D  worden door de gastro-enteroloog gecontroleerd. Patiënten worden behandeld met een dubbele dosering PPI.   Er volgt bij refluxoesofagitis graad C en D in principe altijd een controle gastroduodenoscopie.. Bij aanwezigheid van een Barrett oesophagus vindt controle door de maag-darm-leverarts volgens de richtlijn Barrett controles.

 

 

Oesofagitis graad A tot D is oesofagitis in oplopende ernst (volgens Los Angeles classificatie)

 

Graad A

Eén (of meer) mucosale laesies niet langer dan 5 mm, die zich niet uitbreiden tussen de toppen van twee mucosale plooien

Graad B

Eén (of meer) mucosale laesies langer dan 5 mm, die zich niet uitbreiden tussen de toppen van twee mucosale plooien

Graad C

Eén (of meer) mucosale laesies die continu zijn tussen de toppen van 2 of meer mucosale plooien, maar waarbij minder dan 75% van de omtrek is betrokken

Graad D

Eén (of meer) mucosale laesies waarbij tenminste 75% van de omtrek is betrokken

 

niet erosieve refluxziekte                           : symptomatische behandeling, geen controle; blijft bij huisarts

Graad A en B (erosieve refluxziekte)         : zo nodig onderhoudstherapie

Graad C en D (erosieve refluxziekte)        : onderhoudsbehandeling, 1 maal controle (Barrett regelmatige controle); hoort bij gastro-enteroloog

 

gastritis/duodenitis: Bij deze maagklachten kan zo nodig als eerste keus een H2-receptor antagonist worden gegeven. Het beeld verklaart vaak niet de klachten.

 

ulcus duodeni:  Hp diagnostiek en indien nodig eradicatie. Attentie is nodig voor eventueel NSAID gebruik. Ook hier is een protopompremmer gedurende 4 weken aan te bevelen. Controle Hp behandeling.

 

ulcus ventriculi: Hp diagnostiek en indien nodig eradicatie. Attentie is nodig voor eventueel NSAID gebruik. Ook hier is een protopompremmer gedurende 4 weken aan te bevelen. Controle Hp behandeling. Gastroscopie ter uitsluiting van een carcinoom.

 

Serieuze verdenking op een maligniteit  is een indicatie om direct naar de gastro-enteroloog te verwijzen (niet eerst voor endoscopie).

Volledige werkafspraak